Overige vogels
Met zijn zwart-witte verenkleed en zwarte snavel en poten is de ekster makkelijk te herkennen.
Het mannetje van de fazant (de haan) is kleurrijk met zijn blauw-rode kop, zijn ‘metallic’-bruinzwart gestreepte lichaam en zijn lichtbruine veren staart.
De gaai is een beigebruine vogel met een zwart/witte staart en vooral bekend om zijn blauwzwarte vleugelveren.
De holenduif is een kleine duif (30 cm) en is daarmee even groot als de bekendere stadsduif.
De houtduif is grijs van kleur, heeft een witte vlek in de nek en een brede roze borst. Als hij vliegt zie je een witte streep op de vleugels.
De kauw is een zwarte vogel van rond de 30 centimeter met een stevige, korte snavel en kleine lichtgrijze oogjes.
De zwarte kraai is een grote zwarte vogel van 45 tot 50 centimeter lang. Hij heeft zwarte poten, een krachtige snavel en een afgeronde staart.
De patrijs heeft grijs bruine veren, kastanjebruine strepen aan de zijkanten en een grijze borst.
De roek is een zwarte vogel met een purperachtige metaalglans over zijn veren en een grote grijze snavel.
De verwilderde duif is meestal een stadsduif of postduif. Beide stammen af van de rotsduif.
De spreeuw is een vogel uit de familie van de spreeuwachtigen (Sturnidae). Spreeuwen verblijven in natuurlijke holtes in bomen, in nestkasten maar ook bijvoorbeeld in gebouwen.