De patrijs heeft grijs bruine veren, kastanjebruine strepen aan de zijkanten en een grijze borst. Een betere camouflage is er bijna niet. Het makkelijkst herken je de 30 centimeter grote vogel aan zijn oranje kop en de parmantige korte kromme snavel. De patrijs komt voor op akkerland, liefst afgewisseld met ruige dijken, slootranden, wegbermen en houtwallen. Hij zoekt daar naar planten en incidenteel ook insecten. De patrijs legt in mei een nest van wel 15 eieren. De jonge dieren eten alleen insecten en klein gedierte.
WAAROM BEHEER NODIG IS
Patrijzen veroorzaken in het voorjaar hier en daar pikschade aan bloemen, bloemzaden en bloembollen. De noodzaak voor beheer is echter beperkt. Het aantal patrijzen neemt door schaalvergroting in de landbouw en door het gebruik van pesticiden de laatste jaren dramatisch af.
HOE VOORKOM JE SCHADE
De patrijs staat op de rode lijst (de lijst van bedreigde diersoorten) en geniet daardoor extra bescherming. Voorkomen mag alleen door passief bestrijden, bijvoorbeeld door het niet aantrekkelijk maken van de toegang tot een terrein.
WANNEER PREVENTIE NIET HELPT
De patrijs wordt door de Wet natuurbescherming beschermd. Het gaat zo slecht met deze diersoort dat de jacht op de patrijs sinds 1998 is gesloten. Meer dan preventieve maatregelen is daarom niet gewenst en niet toegestaan.
HET WETEN WAARD
MEER WETEN