Haas

Het Europese veldhaas is bruin van kleur, heeft grote amberkleurige ogen, lange oren (lepels) en krachtige achterpoten. Het dier wordt tot 70 centimeter lang en leeft op zichzelf. Hij sprint met hoge snelheid door het veld om met een grote bocht weer terug te komen op zijn nest, het leger genoemd. De haas is te vinden in open agrarische landschappen (gras- en akkerland), bossen en heidevelden. Een haas vermeerdert zich snel en krijgt soms 11 jongen per jaar.

haas.jpg

WAAROM BEHEER NODIG IS

Hazen vreten aan grassen, granen, peulvruchten, wortelen en bloemen en knagen aan struiken en bomen. Vooral in de fruit- en boomteelt loopt de schade daardoor hoog op. Beheer is incidenteel en lokaal nodig, want anders komt die schade steeds terug.

HOE VOORKOM JE SCHADE

Smeer- en spuitmiddelen en manchetten worden gebruikt om vraatschade aan knoppen en bast te voorkomen. In de fruit- en boomteelt worden vaak hekken gebruikt om de hazen buiten te houden. Kijk voor meer informatie naar de preventiekit voor haasachtigen van het Faunafonds, onderdeel van Bij12.

WANNEER PREVENTIE NIET HELPT

Er is géén vrijstelling voor een haas beschikbaar. Het haas is een wildsoort waarop in een bepaalde periode mag worden gejaagd.

De regelgeving biedt de volgende mogelijkheid om tot afschot over te gaan:

  • Jacht: Een haas is een wildsoort en mag in de jachtseizoen van 15 oktober t/m 31 december op worden gejaagd. Dit kan van zonsopkomst tot zonsondergang.

HET WETEN WAARD

  • De Latijnse naam van het haas is Lepus europaeus.
  • De haas heet in jachttaal het haas. Een haas wordt in jagershanden dus het haasje.
  • Bij gevaar blijven hazen doodstil liggen, plat tegen de grond, om plots met 75 km/uur weg te rennen.
  • Als de grond bedekt is met sneeuw, kan de provincie de jacht op het haas tijdelijk verbieden.

MEER WETEN